In 2050 wil Europa klimaatneutraal zijn. Dit betekent dat ons handelen niet bijdraagt aan klimaatverandering. Hiervoor heeft Nederland een nieuw energiesysteem nodig: van opwek, gebruik, transport tot en met opslag van energie. Hoe pakt Nederland dit aan?
Om een nieuw energiesysteem te ontwikkelen hebben we minder dan 30 jaar de tijd. Dit vraagt om keuzes die we, deels nú al, moeten maken. Ook al is nog niet duidelijk hoe het energiesysteem er in 2050 uit zal zien.
Nederland zit namelijk middenin de energietransitie (de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzaam opgewekte energie). Woningen, bedrijven en voertuigen verduurzamen. Gas- en kolengebruik neemt af. Opwekken van energie uit wind, zon en biologische reststoffen neemt toe. Hierdoor verandert er veel en snel in ons energiesysteem. Ons huidige energiesysteem is hiervoor niet ingericht.
Deze veranderingen vragen om aanpassing en vooral uitbreiding van onze energie-infrastructuur: de kabels, leidingen en buizen die onze energie transporteren en opslaan. En het vraagt om slimme oplossingen voor batterijen, het maken van waterstof en innovaties. Een nieuw energiesysteem is dus nodig.
Energiesysteem
Een gebouw heeft een energiesysteem, een wijk heeft een energiesysteem en ook landen hebben – met elkaar verbonden – energiesystemen. Vraag, aanbod, transport en opslag van verschillende energievormen zijn op verschillende manieren met elkaar verbonden. Om klimaatneutraal te zijn, moeten die systemen overgaan op hernieuwbare (duurzame) energievormen. Zoals elektriciteit, waterstof, warmte, groene gassen en groene brandstoffen.
Wat is nodig?
- Nationaal Plan Energiesysteem: samenhangend en langjarig energiebeleid;
- Vooruitblik energiesysteem 2050 (outlook): beeld voor Nederland van het energiesysteem in 2050;
- Samenspel in beleid en (sectorale) programma’s: sturingsmodel en slimme (beleid)keuzes voor een optimale aansluiting van vraag en aanbod van energie op verschillende schaalniveaus.
Programma Energiesysteem (PES)
Om dit te realiseren startte het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) het Programma Energiesysteem 2050 (PES). Een onderdeel van dit programma is het opstellen van een Nationaal Plan Energiesysteem. Dit plan beschrijft hoe Nederland klimaatneutraal wordt.
Het Nationaal Plan Energiesysteem biedt een langetermijnvisie op het energiesysteem in 2050 en een aanpak hoe we daar komen. We herijken het plan iedere 5 jaar. Hierdoor kunnen we adequaat inspelen op innovaties en maatschappelijke ontwikkelingen.
Het plan laat ook zien welke bijdrage de Rijksoverheid en andere overheden (gemeenten, provincies) moeten leveren. En wat dit betekent voor burgers en ondernemers. Zodat zij in staat zijn om eigen keuzes te maken.
Wat gebeurt er al?
Er gebeurt ook al heel veel. Van emissiereductieplannen tot en met verschillende energieplannen:
- Wind op zee (inclusief extra opgave)
- Nationale Laadinfrastructuur (NAL)
- Cluster Energie Strategieën (CES)
- Regionale Energie Strategieën (RES)
- Transitievisie Warmte (TVW)
- Plannen voor de infrastructuurontwikkeling van de netbeheerders
- Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK)
Planning
In juni 2022 zijn de eerste contouren van het Nationaal Plan Energiesysteem vastgesteld. Aan de hand van deze contouren gaan we in gesprek met betrokkenen en belanghebbenden om zo in 2023 tot een eerste volledig en breed gedragen Nationaal Plan Energiesysteem te komen.
Vooruitblik
Het Nationaal Plan Energiesysteem 2050 baseren we op een zogenaamde outlook. Deze vooruitblik geeft aan wat de mogelijkheden zijn voor Nederland om te komen tot een klimaatneutrale energievoorziening. Dit alles in de periode vanaf 2030 tot en met 2050.
We gebruiken hiervoor studies, zoals de integrale infrastructuurverkenning van netbeheerders, internationale verkenningen van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) en studies in samenwerking met omringende landen van de Noordzee. Die vullen we aan met de kennis en ervaring van andere partijen in de energieketen: energieproducenten en gebruikers in de industrie, landbouw, mobiliteit en gebouwde omgeving.
Onafhankelijk expertteam
Het Expertteam Energiesysteem 2050 geeft aanbevelingen aan het kabinet voor deze outlook. Hoe moet ons energiesysteem eruit zien om in 2050 klimaatneutraal te zijn?
Lees de aanbevelingen en (tussen)resultaten van het expertteam
Het team bestaat uit onafhankelijke deskundigen: energie-experts, economen, bedrijfskundigen en hoogleraren. De volgende experts zitten in het team:
- de heer dr. Bernard ter Haar (voorzitter)
- mevrouw mr. Maxine Tilij
- de heer dr. Pieter Boot
- de heer ir. Bert Stuij
- de heer drs. Rens van Tilburg
- de heer prof. dr. Maarten Hajer
- mevrouw prof. dr. Linda Steg
- mevrouw prof. dr. Heleen de Coninck
- mevrouw bsc. Aniek Moonen
- mevrouw prof. dr. Gulbahar Tezel
Het expertteam krijgt ondersteuning van de werkgroep Outlook Energiesysteem 2050. Deze werkgroep bestaat uit de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) en Energiebeheer Nederland (EBN).
Heeft u vragen aan het expertteam? Stuur dan een e-mail.
Samenwerking
Voor een nieuw energiesysteem moet de Rijksoverheid slimme keuzes maken met duidelijke prioriteiten: wat moet eerst en wat kan later? De Rijksoverheid kan dat niet alleen. Marktpartijen en netbeheerders doen investeringen. Gemeenten en provincies maken ruimtelijk en sectoraal beleid. Zij merken direct wanneer het energiesysteem niet aan de wensen kan voldoen, bijvoorbeeld bij uitval van een elektriciteitsnetwerk of de gevolgen van een tekort aan gas. Al deze partijen zijn nodig om tot een goed plan te komen.
We werken daarom met een nieuw sturingsmodel om beter de verbinding te leggen tussen ieders rol en taken. Centraal hierbij staan de keuzes voor de investeringen die nodig zijn voor het nieuwe energiesysteem. En de ruimtelijke en sectorale beslissingen die hiervoor nodig zijn. Netbeheerders krijgen met deze aanpak betere onderbouwingen voor hun investeringen. En bestuurders kunnen betere energiekeuzes maken voor bijvoorbeeld woningbouw, industrie en mobiliteit.
Integraal programmeren
Integraal programmeren is een werkwijze waarin overheden, netbeheerders en andere partijen een gedragen beeld over de ontwikkeling van het energiesysteem opstellen. Dit beeld bevat de ontwikkeling over sectoren, infrastructuurvarianten (elektriciteit, duurzame gassen en warmte) en regio’s.
Werkgroep integraal programmeren
De werkgroep integraal programmeren is een samenwerking van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het Interprovinciaal Overleg (IPO), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Unie van Waterschappen (UvW), Netbeheer Nederland, Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES) en de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO). De werkgroep heeft voor het sturingsmodel een groeidocument ontwikkeld.
3 pilots
De regio’s Noord-Holland Noord, West-Brabant en Zeeuws-Vlaanderen brengen dit sturingsmodel in praktijk. Van april tot en met augustus 2022 gaan deze regio’s aan de slag met de nieuwe aanpak. De provincies hebben de leiding bij het opstarten en coördineren van het proces, maar werken hierbij nauw samen met gemeenten, netbeheerders en de Rijksoverheid.
Bron:
Gepubliceerd op: 19 april 2022.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In opdracht van Ministerie van Economische Zaken en Klimaat