Skip to main content

Op de klimaatconferentie in Glasgow is het ‘vijf voor twaalf’, sommigen zeggen zelfs ‘te laat’. Hoe dan ook is duidelijk dat duurzaamheid een sociaal thema is dat het sociaal werk of de sociale beroepen aangaat. Duurzaamheid is een sociale waarde, naast traditionele sociale waarden zoals rechtvaardigheid en gelijkheid.

 

Duurzaamheid is een sociale waarde. Allereerst zorgt de klimaatcrisis ervoor dat er schaarstes ontstaan aan allerlei zaken die we nodig hebben om een waardig leven te kunnen leiden. Die schaarstes zijn een direct gevolg van het feit dat we een wereld hebben gecreëerd waarin we afhankelijk zijn geworden van steeds meer en steeds groter. Zoals de filosoof Bruno Latour stelt: onze economieën zijn gestoeld op het uitputten van de aarde en haar bewoners, zowel mens en dier. Die schaarstes uiten zich als: gebrek aan grondstoffen, energie, landbouwgrond, woonruimte (want we kunnen niet overal meer bouwen), vers en gezond voedsel, schone lucht, droge grond onder de voeten.

Daarom moeten we ons verdiepen in wat een waardig leven in de huidige tijd dan is, welke hulpbronnen daarvoor noodzakelijk zijn en waar de drempel van gebruik ligt. En zoals bij zovele schaarstes geldt: het is doorgaans niet zo dat er een absoluut gebrek is aan iets, maar eerder dat er op een bepaalde plek te weinig beschikbaar is, terwijl op een andere plek een ophoping ontstaat. Oftewel: schaarstes zijn doorgaans verdelingsvraagstukken. Juist dat zijn dus kwesties die het sociaal werk aangaan.

Energiearmoede bij miljoenen huishoudens

Ten tweede krijgen we in toenemende mate te maken met maatregelen die de overheid namens ons allen treft om klimaatschade tegen te gaan. Hierover wordt nu op wereldschaal onderhandeld in Glasgow. Maar hoe zorgen we ervoor dat deze maatregelen de minder geprivilegieerden niet onevenredig hard zullen treffen en ten koste zullen gaan van de basale mogelijkheden voor juist hun welzijn?

Er zijn namelijk wereldwijd, maar ook in Nederland, keiharde aanwijzingen dat dat staat te gebeuren. Zo becijferde TNO (Mulder, Dalla-Longa & Straver, 2021) dat 550.000 (van de ruim 7,9 miljoen) huishoudens momenteel te maken heeft met energiearmoede[1]. Als de huidige hoge prijzen van energie aanhouden kan maar liefst 48 procent – ongeveer 3,8 miljoen huishoudens – in die situatie terecht komen omdat ze hun woning niet zelfstandig kunnen verduurzamen. En op wereldschaal zien we dat juist de landen in de Global South (vaak voormalige koloniën) de wrange vruchten van de klimaatverandering plukken, die voor een belangrijk deel vooral door het handelen van de landen in de Global North is veroorzaakt. De lasten zijn dus sterk ongelijk verdeeld. Daarmee wordt onze reactie als samenleving op de klimaatcrisis dus tevens een ongelijkheidsvraagstuk.

We moeten anders naar onze omgeving gaan kijken

Ten derde vereist een goede oplossing van de klimaatcrisis dat we zaken fundamenteel anders gaan aanpakken. Wat nodig is, is een sociaal-culturele transformatie waarbij we als mensheid, maar dus ook als individuen, gezinnen en groepen in het bijzonder, anders naar onze omgevingen gaan kijken. Namelijk niet als slechts een vindplaats van materialen en middelen waar we maar ongebreideld uit kunnen pakken wat we nodig denken te hebben, maar als die smalle en kwetsbare strook die ons leven mogelijk maakt.

Deze transformatie vereist dat we anders betekenis geven aan onze omgeving en ons leven daarbinnen, en dat moeten we met iedereen doen. Dat wil zeggen: het zou toch volstrekt onrechtvaardig zijn als deze nieuwe definitie van leven alleen uit de koker van een intellectuele toplaag zou komen, die deze definitie vervolgens oplegt aan de rest van de aardbewoners? Ook hier speelt dus een rechtvaardigheidskwestie die voor het sociaal werk van belang is: hoe betrekken we iedereen in de processen van betekenisgeving en geven we iedereen de kans om mee te denken?

Sociale beroepen voor een duurzame wereld

Dat zijn alvast drie goede redenen om duurzaamheid als sociale waarde te beschouwen. Er zijn er vast meer te bedenken als we hier samen over in gesprek gaan. In ieder geval lijkt het onontkoombaar dat we ook vanuit het sociaal werk nadenken over wat duurzaamheid als sociale waarde behelst en hoe we een steentje bij kunnen dragen aan de transformatie naar een samenleving die houdbaar is voor onszelf, onze kinderen en kleinkinderen.

Want ook zij verdienen een leven dat waardig en de moeite waard is. Als we op deze voet doorgaan weten we één ding zeker: we beperken drastisch de mogelijkheden van toekomstige generaties om het leven te leiden dat wij en zij als waardevol beschouwen. En dat lijkt me reden genoeg om ook in de sociale beroepen in actie te komen voor een duurzame wereld.


Bron: Sociale Vraagstukken. Erik Jansen, associate lector Capabilities in Zorg en Welzijn aan de HAN University of Applied Sciences.

Noot:[1] Op basis van de huidige gasprijs zelfs 700.000 huishoudens.
Foto: Jonathan Ford via Unsplash